Een schrankkeet functioneerde in de 19e en 20e eeuw als eenvoudig verblijf voor griendwerkers in de Biesbosch. Ze aten en sliepen er tijdens hun wekelijkse werkzaamheden in de griend. Om die cultuurhistorie te tonen, heeft een groep vrijwillige gidsen onlangs een replica van een schrankkeet (zie foto Staatsbosbeheer) gebouwd op de Hofmansplaat in de Brabantse Biesbosch.
Nationaal Park De Biesbosch kent een rijke geschiedenis. Zo was het gebied voor 1421 vooral landbouwgebied met verschillende agrarische dorpen en stond het bekend onder de naam ‘De Grote Waard’. In 1421 ging het gebied door de Sint Elisabethvloed verloren en ontstond langzaam het getijdengebied de Biesbosch. Zand en rivierslib vormden zandplaten waar biezen, riet en later ook wilgen op groeiden.
Griendhakkers, rietsnijders en biezenvlechters werkten in de Biesbosch en sliepen ’s nachts in schrankketen. Deze keten waren in eerste instantie van riet, maar werden mede door de invoering van het Ketenbesluit in 1924 van hout en later zelfs van steen.
Na de aanleg van de Haringvlietsluizen in 1970 verdwenen de grote verschillen tussen eb en vloed. Doordat er minder vraag kwam naar wilgenhout, hield de griend- en rietcultuur in de Biesbosch op. De wilgengrienden verruigden en de natuur kreeg vrij spel. De rieten en houten schrankketen verdwenen. De stenen keten zijn her en der in de Biesbosch nog wel terug te vinden.
Om een kijkje te kunnen geven in het leven van een griendwerker heeft een groep vrijwillige gidsen van Staatsbosbeheer onlangs een rieten schrankkeet nagebouwd met het materiaal dat de griendwerker ter plaatse oogstte: gesneden riet en geknot wilgenhout uit de Brabantse Biesbosch. Een speciale toegangsdeur gemaakt van wilgen uit de Biesbosch werd door griendhoutbedrijf Van Aalsburg B.V. uit Hellouw gesponsord.
De schrankkeet is te bezoeken tijdens een zwerftocht onder leiding van een Biesboschgids vanuit Drimmelen en Hank.