De komst van de Minderbroeders Kapucijnen naar Slikgat (Langeweg)

In 1 mei 1874 arriveerden de eerste Minderbroeders Kapucijnen in Slikgat met de opdracht om met de bouw van een noodkerk en klooster te beginnen.Dat waren de Minderbroeders Kapucijnen Valenus van Deurne en Bruno van Reusel uit Meersel-Dreef. Ze vestigden zich voorlopig in een burgerwoning. Het dorp Slikgat, het latere Langeweg vanaf 1910, was destijds verdeeld over drie parochies. Die van Terheijden, Zevenbergen en Zevenbergschen Hoek en ressorteerden voor een deel onder het bisdom van Breda en voor een ander deel onder die van Den Bosch. Verder was het dorp opgesplitst over de gemeente Terheijden en die van Zevenbergen.

In het begin waren de pastoors uit Terheijden, Zevenbergen en Zevenbergschen Hoek niet erg enthousiast voor een vestiging van een klooster in Slikgat, maar er werd uiteindelijk mee ingestemd. Op 28 oktober 1874 waren de noodkerk en een voorlopig Kapucijnenklooster op Slikgat klaar. Dat klooster stond in het deel van het dorp dat tot de gemeente en parochie Terheijden behoorde. Beide, de voorlopige kloosterkapel en het voorlopig klooster, werden ingezegend en de eerste vijf stenen voor de definitieve kloosterkerk werden gelegd achter het hoofdaltaar. De deken van Oosterhout, de Nijs, legde de eerste steen en de tweede steen aan de evangeliekant werd gelegd door pastoor Thomas van Raak uit Terheijden. De derde steen werd gelegd door de pastoor van Zevenbergen, Adriaan van Meerwijk. De vierde steen was voor pater Celestines, provinciaal van de Kapucijnen. De vijfde steen werd gelegd door pater Daniël Olieslagers van Baarle-Nassau, die op Langeweg bleef. Na afloop van deze, voor de streek en in die tijd een heel bijzondere plechtigheid, ging het gehele gezelschap per rijtuig naar Terheijden waar de pastoor Thomas van Raak hen op de pastorie een maaltijd aanbood. Twee jaar later was de bouw van het klooster gereed.

Op 26 juli 1876 werd de kerk plechtig ingewijd door de bisschop van Breda. De parochianen uit Slikgat konden nu de H. Mis bijwonen in hun eigen dorp. Echter voor de sacramenten en begrafenissen moesten zij, afhankelijk in welk deel van het dorp zij woonden, nog altijd naar Terheijden, Zevenbergen of Zevenbergschen Hoek. De H. Mis bijwonen in het eigen dorp was voor de minst bedeelden al een hele opluchting aangezien Slikgat toch wel zo’n anderhalf uur lopen was naar Terheijden en de afstand naar Zevenbergen of Zevenbergschen Hoek vroeg toch ook wel een uur lopen. Zij hadden immers geen rijtuig om naar de kerk te gaan. De omgeving van het Slikgat werd vroeger De Noord genoemd. Het adres van het klooster was toen Noord B82. Met de oude dorpsnaam Slikgat waren de Kapucijnen niet erg gelukkig. Daarom werd in 1910 aan de gemeentebesturen van Zevenbergen en Terheijden om naamsverandering gevraagd. De voorkeur ging uit naar ‘Langeweg’, overeenkomstig de naam van het nabijgelegen station. Aan dat verzoek werd gevolg gegeven. Later bij de straatnaamtoewijzingen werd het adres: Kloosterlaan 6 te Langeweg. Vanaf 1971 werd het klooster in gebruik genomen door de Stichting Emmaus als woon-werkgemeenschap en kringloopwinkel. Achter het klooster ligt de voormalige kloostertuin, in de volksmond het ‘Patersbos’ genaamd.

Foto’s: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / 338428, 338416 en 338408. Bronnen: Archief parochie H. Antonius Abt: onderzoek door Pierre Gruca uit de periode van het leven en werken van pastoor Thomas van Raak, Boekje Heemkundekring De Vlasselt Varia 2013, Een klooster met seminarie op Slikgat, auteur Johan van der Made en BHIC: Het Kapucijnenklooster in Langeweg

Beelden bij dit artikel