Dat doet Drimmelen-dorp toch ook weer erg goed. Een monument onthullen op 3 mei. Landelijk zwelt de discussie aan of je vluchten en vluchtelingen en het doortrekken daarvan naar de actuele situatie van anno heden, op één hoop moet vegen met de herdenking op 4 mei. Tenslotte héét het ook Dodenherdenking en je zou best één van de andere 364 dagen in het jaar kunnen wijden aan op de vlucht zijn, waar en voor wat dan ook.
Onder grote belangstelling werd gisterenavond in Drimmelen een monument onthuld ter gedachtenis aan de vergeten groep boeren in de Biesbosch in oorlogstijd. Met gevaar voor eigen leven en dat van hun gezin, hielpen zij vluchtelingen aan eten en onderdak. In een korte voordracht verhaalde Gerry Butter een episode van één van die boeren; Kees de Jonge.
De Jonge hielp velen aan een schuilplaats en voedsel waaronder een gedeserteerde Duitser. Nooit zag hij na de bevrijding een vluchteling die bij hem onderdak en hulp had gekregen terug tot… hij op een dag onder zijn tractor lag te sleutelen. Er schopte iemand zachtjes tegen zijn been. Kees de Jonge keek op en staarde recht in het gezicht van Wilhelm Krüger. Krüger was de gedeserteerde Duitser die speciaal vanuit Duitsland naar de Biesbosch was gereisd om Kees op te zoeken en te bedanken!
Een schoolvoorbeeld van de Biesboschboeren die werden vergeten na de bevrijding. Nuchter pakten zij het boerenleven na de oorlog weer op en weinig van hun verhalen zijn opgetekend. “Niet goed, nooit een lintje van koningin Wilhelmina, nooit geëerd maar nu dan tóch. Beter laat dan nooit”, aldus Gert de Kok die het monument onthulde met Ineke, de dochter van Kees de Jonge en Rinus Rasenberg, de initiatiefnemer voor het monument.
Dat staat tegenover Ons Dorpshuys aan de Amalia van Solmsstraat vlakbij de ligplaats van de rietaak Drie Gezusters. De bijeenkomst werd opgeluisterd door muziek van De Amerklanken en zang door Asmara Zom.